Aanbieder

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefineerd begrip: degene die aanbiedt. In geval van verzekering is de verzekeraar de aanbieder. De aanbieder is de enige financiëledienstverlener die partij is bij de overeenkomst inzake een financieel product. Bij verzekering is de verzekeraar de aanbieder. ~Zie ook: Financieel product, Financiële dienstverlener, Verzekeraar.

Aanbod

De overeenkomst van verzekering komt tot stand door wilsovereenstemming. Er is sprake van wilsovereenstemming als het aanbod van de ene partij is aanvaard door de andere partij. Bij de overeenkomst van verzekering bestaat het aanbod uit inzending van een aanvraagformulier door de kandidaat-verzekeringnemer. De aanvaarding daarvan door de verzekeraar blijkt uit diens bericht van acceptatie. De overeenkomst van verzekering komt tot stand zodra het bericht van acceptatie de kandidaat-verzekeringnemer heeft bereikt. Indien uit het aanvraagformulier blijkt dat de verzekeraar geen risicobeoordeling toepast, vormt het beschikbaar stellen van het aanvraagformulier als een aanbod van de verzekeraar. Het inzenden van het aanvraagformulier moet in dat geval worden opgevat als de aanvaarding door de kandidaat-verzekeringnemer. De overeenkomst van verzekering komt tot stand zodra dit formulier de verzekeraar heeft bereikt.

Aanpassingsclausule

In de verzekeringsvoorwaarden opgenomen clausule, die het mogelijk maakt om tussentijds wijzigingen aan te brengen in de premie en/of voorwaarden. Op grond van art. 7:940 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek is de verzekeringnemer gerechtigd de overeenkomst van verzekering per de wijzigingsdatum op te zeggen als de wijziging van de voorwaarden nadelig is voor hem of de tot uitkering gerechtigde. Van deze opzeggingsmogelijkheid kan geen gebruik worden gemaakt als een premieverhoging uitsluitend voortvloeit uit een overeengekomen indexatie. ~ Zie ook: Indexclausule.

Aanspraak

Het recht om nakoming van een verplichting of het bezit of gebruik van iets te vorderen. Indien aanspraak wordt gemaakt op schadevergoeding kan dit betrekking hebben op een contractuele verplichting tot schadevergoeding (bijvoorbeeld wegens wanprestatie of op grond van een gesloten overeenkomst van verzekering) of een wettelijke verplichting tot schadevergoeding zoals wanneer de schade is veroorzaakt door een onrechtmatige daad. ~ Zie ook: Claim.

Aansprakelijkheid

Een in het burgerlijk recht gebruikt begrip, waarmee wordt bedoeld dat een schadelijder aanspraak kan maken op vergoeding van de door een ander aan hem toegebrachte schade en dat deze is gehouden om de door hem toegebrachte schade te vergoeden. In feite gaat het hier om een uitzondering op de hoofdregel dat in beginsel ieder de door hem geleden schade zelf moet dragen. ~ Zie ook: Aanspraak, Burgerlijk recht.

Aansprakelijkheidsverzekering

Verzekering die tot ten hoogste het in de polis vermelde bedrag per gebeurtenis de vergoeding waarborgt van de bedragen die de verzekerde op grond van tegen hem gerichte aanspraken aan anderen moet betalen. Gebruikelijk is dat de verzekeraar tevens de kosten van verweer tegen al dan niet gegronde aanspraken van anderen vergoedt, veelal boven het verzekerd bedrag. Ook wettelijke rente wordt boven de verzekerde som vergoed. Er zijn algemene en bijzondere aansprakelijkheidsverzekeringen.

Accres/decresclausule (increase/decrease clausule)

Ook wel overdekkings- en restitutieclausule genaamd.

Clausule die vaak wordt opgenomen in polissen van bedrijfsschadeverzekering. De vaststelling van het door deze verzekering gedekte belang wordt vaak bemoeilijkt door het feit dat dit belang in de loop van een jaar door omstandigheden die vooraf niet te overzien zijn, vrij belangrijk kan toe- of afnemen. Bij toepassing van deze clausule wordt aan deze moeilijkheid belangrijk tegemoetgekomen: de verzekeraar zegt hierin toe indien het bedrag van het werkelijk aanwezig geweest zijnde, door de polis gedekte, belang hoger blijkt te zijn dan de verzekerde som, het verschil (accres) automatisch gedekt te hebben tot maximaal het overeengekomen percentage (bijvoorbeeld 30%) van de verzekerde som tegen bijbetaling van premie door verzekerde, respectievelijk indien het bedrag van het werkelijke belang lager uitkomt, restitutie van premie te verlenen over het verschil (decres) tot maximaal het overeengekomen percentage van de verzekerde som. Verzekerde dient het werkelijke belang aan te tonen aan de hand van een accountantsverklaring.

~ Zie ook: Bijdekkingsclausule.

Actuaris

Beoefenaar van de actuariële wetenschap. Zijn taak is veelomvattend en bestaat onder meer uit het opstellen van premietarieven, het berekenen van de voorziening verzekeringsverplichtingen, het vaststellen van afkoop- en premievrije waarden en het berekenen van de embedded value.

Adviesplicht

De Wet op het financieel toezicht (Wft) kent geen adviesplicht, maar gaat ervan uit dat een financiëledienstverlener adviseert. De financiëledienstverlener die niet adviseert moet dit bij aanvang van zijn dienstverlening kenbaar maken. Voor de financiëledienstverlener die wel adviseert bevat de Wft gedetailleerde voorschriften.

~ Zie ook: Financiële dienstverlener

Adviseren

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van een of meer specifieke financiële producten aan een bepaalde consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, cliënt. Adviseren is een van de generieke financiële diensten. Adviseren is een financiële dienst die wordt verleend in het kader van een adviesopdracht of onderdeel vormt van een andere financiële dienst zoals aanbieden of bemiddelen. De wetgever gaat ervan uit dat een financiëledienstverlener adviseert. Doet hij dit niet, dan moet hij dat vooraf aangeven. 

Alcoholclausule

In motorrijtuigverzekeringen voorkomende bepaling dat er geen dekking is als de bestuurder door gebruik van alcohol, medicijnen of drugs niet in staat moet worden geacht een motorrijtuig naar behoren te besturen. Met name voor de cascoschade speelt deze clausule een rol. Het betreft een niet door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen toegestane uitsluiting, zodat voor eventuele slachtoffers het rechtstreeks verhaalsrecht op de WAM-verzekeraar blijft bestaan. De verzekeraar heeft de mogelijkheid een door hem aan een derde gedane schadebetaling op de bestuurder te verhalen.

Annuleringsverzekering

Verzekering die degene die een reisarrangement of een huurovereenkomst voor een vakantieverblijf heeft gesloten, vergoeding waarborgt van (het deel van) de door hem vooruitbetaalde of verschuldigde bedragen, waarvoor hij geen tegenwaarde heeft genoten doordat hij ten gevolge van een in de polis genoemde onvoorziene omstandigheid de reis c.q. het verblijf annuleert, dan wel de aangevangen reis c.q. het aangevangen verblijf voortijdig beëindigt. De in de polis genoemde omstandigheden zijn meestal ziekte, ongeval of overlijden van de verzekerde of zijn bloed- of aanverwanten in de eerste of tweede graad, schade door brand of natuurgeweld aan eigendommen van verzekerde of aan het vakantieverblijf, onvrijwillige werkloosheid van verzekerde ten gevolge van gehele of gedeeltelijke sluiting van het bedrijf waar verzekerde werkt en uitvallen van het voor de reis te gebruiken privé-vervoermiddel door een van buiten komend onheil binnen een zeker aantal dagen vóór de vastgestelde vertrekdatum. Geen vergoeding wordt verleend indien de omstandigheden bij het aangaan van de verzekering reeds zodanig waren dat de noodzakelijkheid van annuleren respectievelijk voortijdig terugkeren redelijkerwijs mocht worden verwacht.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Het verrichten van diensten is onderworpen aan BTW. Het verzekeren en de bemiddeling bij het sluiten van verzekeringen is evenwel niet BTW-plichtig omdat in de plaats daarvan assurantiebelasting wordt geheven. Dit is een belasting die wordt geheven ter zake van verzekeringen waarvan de verzekeringnemer binnen het Rijk woont of is gevestigd, dan wel waarvan het voorwerp zich binnen het Rijk bevindt. Het tarief bedraagt 9,7% van het totale bedrag dat in verband met de verzekering aan verzekeringnemers in rekening wordt gebracht (dus in de regel premie en poliskosten), de assurantiebelasting zelf niet daaronder begrepen. Volgens een EU-coördinatierichtlijn is bepalend of het risico zich in Nederland bevindt. Dit is dit het geval als het gaat om in Nederland gelegen onroerende zaak, om een hier geregistreerd voer- of vaartuig of om een hier afgesloten kortlopende reisverzekering. In de overige gevallen bevindt het risico zich in de lidstaat waar de verzekeringnemer woont of is gevestigd. Vrijgesteld zijn:a. levensverzekeringen;
b. ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen;
c. ziekte- en ziektekostenverzekeringen, waaronder begrepen zorgverzekeringen als bedoeld in de Zorgverzekeringswet;
d. werkloosheidsverzekeringen;
e. verzekeringen van zeeschepen, m.u.v. pleziervaartuigen, alsmede verzekeringen van luchtvaartuigen die hoofdzakelijk als openbaar vervoermiddel in het internationale verkeer worden gebezigd;
f. transportverzekeringen;
g. herverzekeringen;
h. exportkredietverzekeringen.
Valt bij samengestelde verzekeringen een of meer van de onderdelen onder de vrijstellingen, dan is het aan de vrijgestelde onderdelen toe te rekenen gedeelte van de totale premie vrijgesteld van de belasting. Over de beloning die wordt genoten voor diensten die niet als verzekeringsdienst kunnen worden aangemerkt zoals adviseren en arbodienstactiviteiten moet BTW worden geheven.

Assurantiebelasting

Het verrichten van diensten is onderworpen aan BTW. Het verzekeren en de bemiddeling bij het sluiten van verzekeringen is evenwel niet BTW-plichtig omdat in de plaats daarvan assurantiebelasting wordt geheven. Dit is een belasting die wordt geheven ter zake van verzekeringen waarvan de verzekeringnemer binnen het Rijk woont of is gevestigd, dan wel waarvan het voorwerp zich binnen het Rijk bevindt. Het tarief bedraagt 9,7% van het totale bedrag dat in verband met de verzekering aan verzekeringnemers in rekening wordt gebracht (dus in de regel premie en poliskosten), de assurantiebelasting zelf niet daaronder begrepen. Volgens een EU-coördinatierichtlijn is bepalend of het risico zich in Nederland bevindt. Dit is dit het geval als het gaat om in Nederland gelegen onroerende zaak, om een hier geregistreerd voer- of vaartuig of om een hier afgesloten kortlopende reisverzekering. In de overige gevallen bevindt het risico zich in de lidstaat waar de verzekeringnemer woont of is gevestigd. Vrijgesteld zijn:a. levensverzekeringen;
b. ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen;
c. ziekte- en ziektekostenverzekeringen, waaronder begrepen zorgverzekeringen als bedoeld in de Zorgverzekeringswet;
d. werkloosheidsverzekeringen;
e. verzekeringen van zeeschepen, m.u.v. pleziervaartuigen, alsmede verzekeringen van luchtvaartuigen die hoofdzakelijk als openbaar vervoermiddel in het internationale verkeer worden gebezigd;
f. transportverzekeringen;
g. herverzekeringen;
h. exportkredietverzekeringen.
Valt bij samengestelde verzekeringen een of meer van de onderdelen onder de vrijstellingen, dan is het aan de vrijgestelde onderdelen toe te rekenen gedeelte van de totale premie vrijgesteld van de belasting. Over de beloning die wordt genoten voor diensten die niet als verzekeringsdienst kunnen worden aangemerkt zoals adviseren en arbodienstactiviteiten moet BTW worden geheven.

Beloningstransparantie

Het bieden van beloningstransparantie is een op grond van artikel 58 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) op een bemiddelaar rustende precontractuele informatieplicht. Deze houdt in dat een bemiddelaar zijn (potentiële) klanten voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst inzake een complex product of hypothecair krediet moet informeren over de hoogte van de provisie, de afsluitprovisie, het jaarlijkse bedrag aan doorlopende provisie en het aantal termijnen daarvan die de desbetreffende aanbieder rechtstreeks of middellijk betaalt in verband met het complexe product of het hypothecair krediet.

~ Zie ook: Doorlopende provisie, Informatieplicht, Provisie, Winstcommissie.

Bemiddelen

Dit is een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip. Toegespitst op het financieel product verzekering luidt de omschrijving: alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een verzekering tussen een cliënt en een verzekeraar of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering. Bemiddelen is een van de generieke financiële diensten.

Beroepsaansprakelijkheid

De aansprakelijkheid voortvloeiende uit fouten of verzuimen begaan bij de uitoefening van een beroep. Dit zal meestal geen wettelijke aansprakelijkheid, maar contractuele aansprakelijkheid zijn. De mogelijkheid tot verzekering van dit risico bestaat voor een beperkt aantal beroepen zoals medici, advocaten, accountants, notarissen, verzekeringsbemiddelaars, vastgoedmakelaars, maar in het algemeen stellen verzekeraars zich terughoudend op met betrekking tot deze verzekeringsvorm.Op grond van artikel 4:75 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) moeten bemiddelaars in verzekeringen beschikken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare voorziening. Voor herverzekeraars is deze verplichting opgenomen in artikel 4:76 lid 1 Wft. In artikel 159 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) is voor een bemiddelaar bepaald dat op deze verzekering moet zijn gedekt diens aansprakelijkheid wegens fouten, verzuimen of nalatigheden die hij heeft begaan in de uitoefening van diens beroep en voorgevallen binnen de Europese Economische Ruimte. Een soortgelijke bepaling ontbreekt voor herverzekeringsbemiddelaars. Het minimaal te verzekeren bedrag is zowel voor bemiddelaars als herverzekeringsbemiddelaars gesteld op € 1.120.200 per schadegeval en op € 1.680.300 per jaar voor alle schadegevallen tezamen.

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Verzekering die dekking verleent voor de aansprakelijkheid van de verzekerde wegens fouten, verzuimen of nalatigheden in de uitoefening van zijn beroep begaan: de dekking van de contractuele aansprakelijkheid staat hierbij op de voorgrond. Een voorbeeld hiervan is de door de BAVAM aangeboden beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor verzekeringstussenpersonen en vastgoedmakelaars.Sommige beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen dekken uitsluitend zuivere vermogensschade, dus geen letsel- en zaakschade. Andere verzekeringen dekken ook wel letselschade (artsen) of zaakschade (architecten). Voor bestuurders en commissarissen van vennootschappen en voor verenigings- en stichtingsbestuurders wordt in poolverband (BCA-pool) een dekkingsmogelijkheid geboden.

Bonus-malusladder

Komt voor in motorrijtuigverzekeringen. Deze ladder geeft het kortingspercentage of het eventuele toeslagpercentage aan dat wordt toegepast op de bruto premie. Men klimt hoger op de ladder indien een verzekeringsjaar schadevrij is afgesloten. Komt echter een schade ten laste van de polis, dan vindt een terugval plaats. Het klimmen op de ladder gaat meestal met stappen van 5% á 10% tot het maximum van (meestal) 75% is bereikt. De terugval na een schade gaat meestal met vier á vijf stappen tegelijk. Is de hoogste trede bereikt, dan geldt meestal een zogenaamde bonusbescherming, waardoor wel een terugval op ladder plaatsvindt, maar het kortingspercentage onaangetast blijft. De inschaling van nieuwe verzekeringnemers op de ladder geschiedt aan de hand van de royementsverklaring van een vorige verzekeraar en volgens de bij de verzekeraar gebruikelijke maatstaven.

~ Zie ook: Royementsverklaring.

Braakschade

Schade veroorzaakt aan gebouwen, brandkasten, kluisdeuren enz. bij inbraak, overval of poging daartoe. Is normaliter niet begrepen onder een verzekering welke de inhoud van gebouwen, brandkasten of kluizen tegen inbraak dekt; wordt evenwel vaak als afzonderlijke post op premier-risquebasis op een inbraakpolis meeverzekerd. Ook bij motorrijtuigen speelt braakschade een rol, niet alleen wat betreft de schade áán de auto, maar ook ten aanzien van uit de auto gestolen inboedelzaken. Het gaat ook daar om zichtbare, uitwendige beschadiging van afsluitingen.

Bromfietsverzekering

Verzekering van de civiele aansprakelijkheid waartoe het gebruik van een bromfiets aanleiding kan geven, soms aangevuld met dekking voor schaden aan het voertuig door van buiten komende onheilen, brand, explosie en zelfontbranding en diefstal van de bromfiets met toebehoren. Het betreft soms een tijdelijke verzekering, die loopt tot 1 mei van enig jaar en niet prolongeert . Bromfietsen moeten voorzien zijn van een verzekeringsplaat die ieder jaar verwisseld wordt. De berijder, ongeacht of dit de verzekeringnemer zelf is, moet steeds een bewijs van verzekering bij zich hebben. Bij eigendomsovergang loopt de verzekering tot de eerstvolgende 1 mei door ten behoeve van de de koper, tenzij de verzekeringsplaat en het bewijs van verzekering bij de verzekeraar worden ingeleverd. Een opgevoerde bromfiets blijft bromfiets met dien verstande dat een WAM-verzekeraar een aan derden betaalde WA-schade zal trachten te verhalen op de eigenaar of bestuurder, en/of een eventuele cascoschade kan afwijzen zo de polis daarin voorziet.

Caravanverzekering

Verzekering van een caravan, doorgaans inclusief inventaris en accessoires, voortent en eventuele aanbouw zoals antenne, bordes, buitenverlichting e.d., tegen diefstal, brand en beschadiging door een van buiten komend onheil. Veelal is ook gedekt de wettelijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit het gebruik van de caravan. Wat betreft cascoschade door overstroming gelden beperkingen opgenomen, zeker als hoogwater ter plaatse meermalen voorkomt of ervoor gewaarschuwd is (zorgplicht). Zolang een caravan achter een motorrijtuig is gekoppeld en niet ontkoppeld veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen, wordt hij door de WAM als deel van het motorrijtuig aangemerkt en omvat de verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig mede de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe de caravan in het verkeer aanleiding kan geven. Aansprakelijkheid in verband met de caravan, anders dan in het verkeer, is (ook) gedekt onder de aansprakelijkheidspolis voor particulieren respectievelijk die voor voor bedrijven. De caravanpolis dekt veelal subsidiair meestal ook het WA-risico.

~ Zie ook: Nieuwwaarde.

Clausule

Bepaling in een overeenkomst. In een overeenkomst van verzekering wordt hiermee in het bijzonder bedoeld een bepaling die dient tot uitbreiding of beperking van de standaard- of gebruikelijke condities. In de praktijk worden zij doorgaans met enkele woorden of letters aangeduid, bijvoorbeeld "verzorgingsclausule", "vrij van molest", of "vvb", waarbij het dan voor de betrokken professionele partijen (verzekeraars, verzekeringstussenpersonen) duidelijk is hoe de volledige tekst van de clausule luidt. Men gebruikt ook wel een clausuleblad waarop alle of in elk geval de meest voorkomende clausules zijn afgedrukt en waarvan dan een of meer clausules op het polisblad van toepassing worden verklaard. Makelaars hanteren veelal hun eigen clausulebladen, waarvan bepaalde clausules met goedvinden van de betrokken verzekeraar(s) van toepassing verklaard kunnen worden. Clausules waarvan de redactie onduidelijk, fout of onbegrijpelijk is, moeten in het voordeel van de verzekerde worden uitgelegd. De in het beursverkeer gebruikelijke clausules zijn aangepast aan het nieuwe verzekeringsrecht en op 7 december 2005 gedeponeerd bij Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. (VNAB). Bij verschil van tekst, zal alleen de gedeponeerde tekst van kracht zijn. De clausules dienen slechts als model: door middel van wijzigingen, aanvullende bepalingen en/of clausules kan ervan worden afgeweken. De clausules zijn beschikbaar op de website van de VNAB.

Complex product

Dit is een in artikel 1 sub d van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) als zodanig gedefinieerd product, bestaande uit een:1. combinatie van twee of meer financiële producten die ten minste een financieel product omvat waarvan de waarde afhankelijk is van de ontwikkelingen op financiële markten of andere markten;
2. recht van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde een effect;
3. levensverzekering, niet zijnde een natura-uitvaartverzekering of een andere verzekering die uitsluitend strekt tot het doen van geldelijke uitkeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon of een verzekering waarbij de verplichting van de verzekeraar tot het doen van een uitkering of een reeks van uitkeringen alleen dan ontstaat, indien het overlijden van degene op wiens leven de verzekering betrekking heeft plaatsvindt voor de in de polis genoemde datum;
4. combinatie van een hypothecair krediet met een levensverzekering als bedoeld onder 3, of met een spaarrekening;
5.beleggingsobject;
6. ander financieel product dat bij ministeriële regeling kan worden aangewezen indien dit ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de onder 2 tot en met 5 bedoelde complexe producten met dit financiële product in verband met de belangen die het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de wet beoogt te beschermen wenselijk is; of
7. combinatie van een of meer onder 2 tot en met 6 bedoelde complexe producten met een of meer financiële producten.

Compliance

Compliance is een onafhankelijke functie binnen een organisatie, gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door de onderneming van de regels die verband houden met de integriteit. Daarbij gaat het zowel om regels die voortvloeien uit de voor de onderneming geldende wet- en regelgeving, voor de onderneming geldende regels op grond van zelfregulering binnen de betreffende sector als om regels die voortvloeien uit het beleid van de onderneming en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en vastgestelde reglementen.

Dagwaarde

Waarde van een zaak in de staat waarin deze zich op een bepaalde dag (bijvoorbeeld de dag voor de ramp) bevindt. De dagwaarde is doorgaans gelijk aan de vervangingswaarde.~ Zie ook: Vervangingswaarde.

Dekking

Een term ter aanduiding van het geheel van verzekerde risico´s ("de dekking op de autopolis") of van een bepaald verzekerd risico ("voor de cascodekking geldt een eigen risico"). De term wordt ook wel gebruikt als synoniem van verzekering.

Dienstverleningsdocument

Een door een adviseur en bemiddelaar voorafgaand aan het adviseren respectievelijk door een bemiddelaar die niet adviseert voorafgaand aan het bemiddelen aan een (potentiële) klant te verstrekken document. Het dienstverleningsdocument moet informatie bevatten over de aard en de reikwijdte van de dienstverlening en de verschillende wijzen van beloning. Voor wat betreft de informatie over de beloning moet onderscheid worden gemaakt naar soort financieel product en een specificatie van de hoogte van de beloning.

Disculpatie

Een beroep op het ontbreken van schuld. Term uit het aansprakelijkheidsrecht ter aanduiding van de mogelijkheid voor de partij die op grond van een wettelijk of feitelijk vermoeden van schuld aansprakelijk wordt geacht voor het ontstaan van schade, zich van deze aansprakelijkheid te bevrijden (disculperen) door het leveren van het bewijs dat haar geen schuld treft. Zo kunnen ouders hun aansprakelijkheid voor daden van 14- of 15-jarige kinderen afweren door een beroep te doen op een redelijke opvoeding van hun kroost (art. 6:169 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek). Van sommige vormen van aansprakelijkheid is men niet bevrijd door het bewijs van afwezigheid van schuld, maar soms slechts indien overmacht kan worden bewezen; hoewel minder juist, wordt ook hiervoor wel de term disculpatie gebruikt.

Doorlopende provisie

Dit is een in artikel 1 onder g van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) gedefinieerd begrip: 1. beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, niet zijnde afsluitprovisie, die een aanbieder van een complex product of van een hypothecair krediet gecombineerd met een beleggingsrekening, na de totstandkoming van een overeenkomst tussen hem en een consument voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst rechtstreeks of middellijk betaalt; of
2. beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, niet zijnde afsluitprovisie, die door een aanbieder van een financieel product dat onderdeel uitmaakt van een complex product als bedoeld in onderdeel d, onder 4, dat is samengesteld of in de markt verkrijgbaar gesteld door een bemiddelaar, na de totstandkoming van een overeenkomst inzake dat financieel product tussen hem en een consument voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst rechtstreeks of middellijk betaalt.

Eigen risico

Vast bedrag of percentage van de verzekerde som, dat door de verzekerde zelf van iedere schade wordt gedragen. Wordt wel in de verzekering opgenomen om de verzekerde zelf een belang bij een gunstig schadeverloop te laten houden of om geregeld voorkomende kleine schaden buiten de vergoedingsplicht van de verzekeraar te houden. Door het nemen van een vrijwillig eigen risico kan de verzekeringnemer een reductie op de premie krijgen. Men spreekt ook van eigen risico wanneer de verzekerde, hetzij uit eigen wil, hetzij als voorwaarde door verzekeraars gesteld, een gedeelte van zijn belang onverzekerd laat; de verzekerde draagt dan in verhouding mee in elke schade.

Equavalentiebeginsel

Een van de beginselen welke worden toegepast bij het bepalen van de premie voor een verzekering. Volgens het equivalentiebeginsel wordt de door de verzekeringnemer te betalen premie gerelateerd aan het risico dat hij door de verzekering wenst te dekken. Dit beginsel staat tegenover het draagkrachtbeginsel, volgens hetwelk de door de verzekeringnemer te betalen premie wordt gerelateerd aan zijn inkomen. Het equivalentiebeginsel wordt in het algemeen toegepast in het particuliere verzekeringsbedrijf, het draagkrachtbeginsel in de sociale verzekering.

Expert

De door een verzekeraar of een verzekeringstussenpersoon ingeschakelde deskundige teneinde een gemelde schade te onderzoeken en over de oorzaak en omvang daarvan te rapporteren. Experts kunnen in dienst zijn van een verzekeringsmaatschappij (maatschappij-expert), maar meestentijds wordt een onafhankelijk expertisebureau ingeschakeld, dat deskundigen op diverse terreinen in dienst heeft. Bij grotere schaden kan de verzekerde in sommige branches - zoals brand - een eigen expert benoemen, ook wel contra-expert genoemd, wiens kosten binnen zekere grenzen eveneens voor rekening van de verzekeraar komen. Overigens kan een verzekerde altijd op eigen kosten een tegenexpert benoemen. Experts die aan bepaalde kwalificaties voldoen kunnen zich bij het Nederlandse Instituut van Register Experts laten inschrijven als registerexpert.

Financieële dienstverlener

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip: degene die een ander financieel product dan een financieel instrument aanbiedt, of die adviseert, bemiddelt, herverzekeringsbemiddelt, optreedt als gevolmachtigd agent of optreedt als ondergevolmachtigd agent.

~ Zie ook: Adviseren, Bemiddelen

Geschil

Een in het reglement van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening en het reglement van de Ombudsman Financiële Dienstverlening gedefinieerd begrip: elke blijk van onvrede inzake financiële producten of financiële dienstverlening, tussen een consument en een of meer bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) aangeslotene(n), die na interne klachtbehandeling door de aangeslotene(n) niet tot tevredenheid van de consument is weggenomen.

Glasverzekering

Verzekering van spiegel-, venster en ander glas dienende tot lichtdoorlating tegen breuk en soms ook tegen beschadiging door onverschillig welke oorzaak, maar exclusief o.a. molest. Vergoeding vindt veelal in natura plaats. In dat geval de draagt de verzekeraar er zorg voor dat het gebroken glas door glas van dezelfde kwaliteit wordt vervangen. Ook komt voor dat de verzekeraar op basis van de reparatienota de schade in geld vergoedt. De premie wordt berekend naar de oppervlakte en de soort van het glas; voor woonhuizen wordt meestal een bepaalde premie per kamer (kamertarief, vroeger ook wel vertrekkentarief) aangehouden, behalve indien er zich ruiten in bevinden, welke een bepaalde afmeting te boven gaan of indien het om bijzonder glas gaat. Daarvoor geldt doorgaans een premietoeslag.
Glas van woonhuizen wordt ook wel meeverzekerd op de opstalpolis van de huiseigenaar of ook wel onder de inboedelverzekering van de huurder. Hiervoor geldt een opslag op de premie voor die verzekeringen.

Gliedertaxe

Tabel in polissen van ongevallenverzekering, aangevende het percentage van de voor blijvende algehele invaliditeit verzekerde som, dat wordt uitgekeerd in geval van blijvend verlies of blijvend functieverlies van de daarbij vermelde lichaamsdelen (Glieder) als gevolg van een ongeval. Men kan deze percentages zien als een partijen bindende taxatie (Taxe) van de mate van invaliditeit welke het (functie)verlies van de genoemde lichaamsdelen geacht wordt ten gevolge te hebben, zonder dat rekening wordt gehouden met het beroep. Als de Gliedertaxe geen uitkomst biedt, zal een medisch deskundige de mate van blijvende invaliditeit dienen vast te stellen, al dan niet rekening houdend met het beroep van de verzekerde.

Herbouwwaarde

Het bedrag dat nodig is om een opstal in dezelfde staat en op dezelfde plaats te herbouwen. Doorgaans is de herbouwwaarde als gevolg van inflatie hoger dan de oorspronkelijke nieuwprijs van de opstal. Dat is ook het geval als de opstal deel uitmaakt van een groter geheel of een nieuwbouwproject, zoals een halfvrijstaande woning. Volgens art. 7:956 van het Burgerlijk Wetboek worden gebouwen naar hun herbouwwaarde verzekerd.

Herverzekeraar

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip: degene die geen levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar is, en die zijn bedrijf maakt van het accepteren van door een levensverzekeraar, een natura-uitvaartverzekeraar, een schadeverzekeraar of een andere herverzekeraar overgedragen risico's.

Hondenverzekering

Verzekering van geldelijk verlies als gevolg van een ongeval overkomen aan c.q. de sterfte van (kostbare) rashonden. Wordt slechts door een enkele, daarop gespecialiseerde maatschappij geaccepteerd. Soms bedoeld als dekking van medische kosten na een ongeval.

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Indien enige personen samen voor een schade aansprakelijk zijn, kan ieder van hen voor de gehele schade aansprakelijk worden geacht. Als een van hen die gehele schade vergoedt, heeft hij wel op zijn mededaders in zekere mate verhaal, afhankelijk van ieders mate van schuld. Zie in dit verband de artt. 6:6 en 6:166 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft in het zogenaamde DES-arrest een marktaandeelaansprakelijkheid - aansprakelijkheid van een producent naar rato van zijn marktaandeel - niet aanvaard: iedere producent is in beginsel hoofdelijk aansprakelijk.

Huisdierenverzekering

Betreft veelal een dierenartskostenverzekering voor honden en katten, ook wel beperkt tot verkeersongevallen. De dekkingsmogelijkheden zijn schaars. Knie- en heupoperaties die bij honden veel voorkomen, zijn standaard vaak uitgesloten, tenzij tegen extra premie meeverzekerd. De branche is fraudegevoelig, mede door antiselectie. Soms loopt een verzekering tot een bepaalde leeftijd van het dier is bereikt. De verzekerde bedragen gelden meestal per verzekeringsjaar of per ongeval terwijl er een maximum en een eigen risico in het spel is.

Huurdersbelang

Het verzekerbaar belang dat de huurder heeft bij verbouwingen, verbeteringen, betimmeringen, stukadoors- en schilderwerk, extra leidingen, etc., die hij op zijn kosten in het gehuurde gebouw heeft laten aanbrengen. Deze investeringen zijn deel van het gehuurde gebouw geworden, maar de huurder heeft geen zekerheid dat de eigenaar van het gebouw in geval van schade het door de huurder aangebrachte laat herstellen. Door zelf de waarde van deze investeringen te verzekeren schept de huurder zich de mogelijkheid in geval van schade herstel van het aangebrachte vergoed te krijgen.

Immateriële schade

Deze term wordt in verschillende betekenissen gebruikt. Enerzijds is immateriële schade niet-materiële schade. Anderzijds wordt met immateriële of ideële schade het tegendeel van vermogensschade aangeduid. In de artt. 6:96 en 6:106 van het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over - door de rechter naar billijkheid vast te stellen - ander nadeel dan vermogensschade.

Inboedelmeter

Een instrument waarmee op basis van een aantal gegevens - zoals leeftijd, gezinssamenstelling, inkomen en de gemiddelde woningwaarde volgens de Wet waardering onroerende zaken - punten worden toegekend, waarna de gemiddelde inboedelwaarde kan worden berekend. Als de consument gebruikmaakt van de inboedelwaardemeter van het Verbond van Verzekeraars of die van de verzekeraar zelf, geldt in de meeste gevallen een garantie tegen onderverzekering.

Inboedelverzekering

Verzekering van inboedel, aanvankelijk tegen brandrisico, maar thans meestal tegen uitgebreide gevaren waaronder brand, ontploffing, inbraak, waterschade, storm enz. De uitgebreide inboedelverzekering verleent bovendien dekking tegen diverse kosten en tegen schade aan de inboedel onder bijzondere omstandigheden. Gebruikelijk is het verzekeren op basis van nieuwwaarde en opname van de indexclausule.

Indexclausule

Clausule die veelal voorkomt in opstal- en inboedelverzekeringen, maar ook in arbeidsongeschiktheids- en levensverzekeringen. De verzekerde bedragen - en als gevolg daarvan ook de premie - worden jaarlijks op de premievervaldag aangepast aan het prijspeil. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde prijsindexcijfers.

Indexeren

Systeem van waardeaanpassing aan algemene prijsontwikkelingen. In termen van de Nederlandse beurs-brandpolis: automatische en ononderbroken aanpassing van de verzekerde som aan de overeengekomen index. Wordt bij brandverzekeringen, levensverzekeringen en herverzekeringen toegepast voor de aanpassing van de verzekerde bedragen of limieten.

~ Zie ook: Indexclausule.

Informatieplicht

De Wet op het financieel toezicht (Wft) bevat informatieplichten voor financiëledienstverleners. Een gedetailleerde uitwerking daarvan is te vinden in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (NRgfo).

Insolventie

Onvermogen om financiële verplichtingen na te komen. Bij kredietverzekering worden faillissement, surseance van betaling eneen akkoord met crediteuren aangemerkt als insolventie. Daarbij dekt men ook vermoedelijke insolventie: als een rechtsgeldige vordering bijvoorbeeld zes maanden lang openstaat, zal de kredietverzekeraar aannemen dat er recht op schadeloosstelling bestaat.

Intermediair

In de verzekeringsbranche gebruikelijke term om de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan te duiden die bemiddelt bij het sluiten van overeenkomsten van verzekering.

Kapitaalverzekering

Vorm van levensverzekering waarbij de verzekeraar bij in leven zijn van de verzekerde op de vooraf overeengekomen datum het verzekerde bedrag, eventueel vermeerderd met winstbijschrijvingen, uitkeert aan de begunstigde. Doorgaans wordt de kapitaalverzekering gesloten in combinatie met een overlijdensrisicoverzekering. Voor de aflossing van een hypothecaire geldlening wordt veelal een specifieke kapitaalverzekering gesloten: de kapitaalverzekering eigen woning. De kapitaalverzekering kan ook worden gesloten in de vorm van een unit-linkedverzekering of universal-lifeverzekering.

Ketenintegratie

Kort gezegd komt ketenintegratie neer op het koppelen van het frontofficesysteem van verzekeringstussenpersonen met de backofficesystemen van een verzekeraar. Ketenintegratie heeft tot doel de integratie van het administratieve proces van de verzekeringstussenpersoon met dat van de verzekeraars. Hiervoor moeten standaarden ontwikkeld worden en er moet software beschikbaar komen waardoor het mogelijk is klant- en polisgegevens langs elektronische weg uit te wisselen. Het resultaat hiervan is eenmalige gegevensinvoer, minder fouten, snellere verwerking en kostenbesparing.

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening

De in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en bijbehorende nadere regelgeving bedoelde, door de minister van Financiën erkende buitengerechtelijke geschilleninstantie. Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, kortweg KiFiD genoemd, is opgericht door en groot aantal organisaties van financiële dienstverleners. Met het KiFiD is één loket gecreëerd voor consumenten die een klacht heeft over een financiële dienstverlener. De werkwijze van het KiFiD is in grote mate vergelijkbaar met die van het tot 1 april 2007 bestaande Klachteninstituut Verzekeringen.

Lead

Potentiële nieuwe klant, die door een call center of via het internet is verkregen.

Levensverzekeraar

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip: degene die zijn bedrijf maakt van het sluiten van levensverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die levensverzekeringen.

Levensverzekering

Dit is een in art. 7:975 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedefinieerd begrip: de in verband met het leven of de dood gesloten sommenverzekering met dien verstande dat ongevallenverzekering niet als levensverzekering wordt beschouwd. Er zijn verschillende vormen van levensverzekering, die hetzij een risicoverzekering hetzij een kapitaalverzekering hetzij een combinatie van deze beide zijn.
Dit is tevens een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefineerd begrip: een levensverzekering als bedoeld in artikel 975 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met dien verstande dat de prestatie van de levensverzekeraar uitsluitend in geld geschiedt, of een natura-uitvaartverzekeraar als bedoeld in dit artikel.

Lijfrente

Dit is een in art. 7:990 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedefinieerd begrip: het van het in leven zijn van één of meer personen afhankelijk recht op een periodieke uitkering in geld. Onderscheiden kunnen worden de zuivere lijfrente en de gerichte lijfrente.
De Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen verstaan onder een lijfrente: (1) een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden en (2) een aanspraak op het tegoed van een lijfrentespaarrekening of op de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht. In beide gevallen geldt dat aanspraak en de daarmee verband houdende aanspraak op winstuitkeringen - behoudens een enkele uitzondering - niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid kan dienen.

Materiële schade

Onder materiële schade verstaat men het verloren gaan of beschadigd worden (aantasting van vorm of structuur) van de materie (stoffelijke hoedanigheid) van een lichamelijke zaak (in verzekeringsterminologie; immateriële schade is dan de vermogensschade die door een bepaalde oorzaak ontstaat zonder dat (de materie van) het gevaarsobject op enigerlei wijze is aangetast, bijvoorbeeld waardevermindering door vertraagde aankomst van zaken in de goederentransportverzekering.

Mededelingsplicht

Dit is de in art. 7:928 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen verplichting voor de verzekeringnemer om vóór het sluiten van de overeenkomst van verzekering aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen. Worden bij het aangaan van de verzekering de belangen van een bekende derde worden gedekt, dan geldt de mededelingsplicht ook voor de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen, en waarvan naar deze weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen - behalve als het om een persoonsverzekering gaat. Is er sprake van een persoonsverzekering inzake een bekende derde van nog geen zestien jaar, dan omvat de mededelingsplicht ook de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen.
De verzekeringnemer hoeft omtrent zijn strafrechtelijk verleden of dat van derden slechts de feiten mee te delen die zich hebben voorgedaan binnen de acht aan het sluiten van de verzekering voorafgaande jaren én voor zover de verzekeraar omtrent dat verleden - in niet voor misverstand vatbare termen - uitdrukkelijk een vraag heeft gesteld. Van de mededelingsplicht zijn uitgezonderd feiten waaromtrent op grond van de art. 4 t/m 6 van de Wet op de medische keuringen geen medisch onderzoek mag worden verricht of vragen mogen worden gesteld. De mededelingsplicht ziet evenmin op feiten die de verzekeraar reeds kent of behoort te kennen. En ook niet op feiten, die niet tot een voor de verzekeringnemer ongunstiger beslissing zouden hebben geleid. Overigens kunnen de verzekeringnemer respectievelijk de hiervoor bedoelde derden zich er niet op beroepen dat de verzekeraar bepaalde feiten reeds kent of behoort te kennen als zij een daarop betrekking hebbende vraag onjuist of onvolledig hebben beantwoord.
Ontdekt de verzekeraar dat niet is voldaan aan de mededelingsplicht, dan kan hij de gevolgen daarvan slechts inroepen als hij de verzekeringnemer binnen twee maanden na de ontdekking op de niet-nakoming wijst. Hij moet daarbij aangeven wat de mogelijke gevolgen zijn. De verzekeringnemer kan de verzekering binnen twee maanden na deze mededeling met onmiddellijke ingang opzeggen. Dat recht komt hem ook toe als de verzekeraar zich na een schademelding beroept op verzwijging. Bij persoonsverzekering kan de verzekeringnemer de beëindiging beperken tot de persoon, wiens risico het beroep op de niet-nakoming betreft.
Heeft de verzekeraar gebruik gemaakt van een vragenlijst, dan kan hij zich er niet op beroepen dat vragen onbeantwoord zijn gebleven, dat feiten waarnaar niet was gevraagd niet zijn medegedeeld of dat een in algemene termen vervatte vraag onvolledig is beantwoord. De verzekeraar kan zich daar wél op beroepen als de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet hem te misleiden. De verzekeraar die ontdekt dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet hem te misleiden of die bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten, kan de overeenkomst van verzekering binnen twee maanden na ontdekking met onmiddellijke ingang opzeggen. Hij is ook geen uitkering verschuldigd aan de verzekeringnemer of de derde, die heeft gehandeld met het opzet hem te misleiden. En evenmin is hij een uitkering verschuldigd aan de derde indien de verzekeringnemer, met het opzet de verzekeraar te misleiden, niet heeft voldaan aan zijn mededelingsplicht met betrekking tot die derde.

Mediation

Een proces waarin twee of meer partijen in een conflict door een door hen geaccepteerde onafhankelijke en onpartijdige deskundige - de mediator - worden geholpen om een overeenkomst ter beëindiging van hun conflict te bereiken.

Molest

Op grond van artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) mag een schadeverzekeraar geen schaden verzekeren, die zijn veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Maar in overeenkomsten van zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekering mogen de algemeen gebruikelijke molestclausules worden opgenomen zolang De Nederlandsche Bank daartegen geen bedenkingen naar voren heeft gebracht. Wat onder molest moet worden verstaan was niet altijd even duidelijk. Teneinde de eenheid in de terminologie te bevorderen heeft het Verbond van Verzekeraars een aantal molestbegrippen met definities daarvan geformuleerd en gedeponeerd. Met uitzondering van transport- en luchtvaartverzekeraars, die de internationale praktijk volgen, worden deze gehanteerd door verzekeraars die bepaalde vormen van molest willen uitsluiten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen groot molest en klein molest. Het molestrisico is als calamiteitenrisico bij de meeste verzekeringen in beginsel uitgesloten.

Motorrijtuigverzekering

Verzekering waaronder is gedekt het aansprakelijkheidsrisico ter zake van een motorrijtuig en/of het risico van materiële schade aan het motorrijtuig zelf. De aansprakelijkheidsdekking omvat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Deze is geregeld in art. 6:162 van het Burgerlijk Wetboek en in art. 185 van de Wegenverkeerswet 1994.Sinds de invoering van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen op 1 januari 1965 geldt een verzekeringsplicht. De verplichte verzekering - doorgaans WAM-verzekering genoemd - moet de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekken van de bezitter van het motorrijtuig. De aansprakelijkheid jegens de bestuurder mag worden uitgesloten, maar niet de aansprakelijkheid jegens de met het motorrijtuig vervoerde personen. De aansprakelijkheid voor schade ontstaan door de lading moet zijn meeverzekerd, terwijl de aansprakelijkheid voor schade aan de eigen lading, behoudens een enkele uitzondering, mag worden uitgesloten.
De dekking van materiële schade - de cascodekking - omvat verlies van en/of schade aan het motorrijtuig zelf door (a) brand, ontploffing, zelfontbranding en blikseminslag, (b) diefstal, joyriding en verduistering (c) botsing, omslaan, van de weg of te water geraken, ook indien als gevolg van materiaal- of constructiefouten, eigen gebrek of andere inwendige oorzaak en (d) alle andere van buiten komende onheilen. Indien een van deze evenementen zich voordoet, worden tevens vergoed de kosten van bewaking en vervoer naar de dichtstbijzijnde reparatie-inrichting en voorts de eventuele bijdrage in avarij-grosse.
Indien de verzekering bestaat uit een combinatie van de WAM-dekking en de cascodekking spreekt men doorgaans van een all-risksdekking, ofschoon er uitsluitingen in de polis staan.
Naast de hiervoor beschreven cascodekking is er ook een beperkte cascodekking. Deze omvat doorgaans een dekking voor verlies van en/of schade aan het motorrijtuig door brand, ontploffing, zelfontbranding, blikseminslag, diefstal, joyriding en verduistering alsmede specifiek genoemde andere oorzaken zoals bepaalde natuurrampen, botsing met wild of loslopende dieren, relletjes enz. in combinatie met een WAM-dekking.

Nabestaandewet, Algemene-

Op 1 juli 1996 in werking getreden wet die in de plaats is gekomen van de Algemene Weduwe- en Wezenwet. De Algemene nabestaandenwet is een volksverzekering, die geldt voor alle ingezetenen van Nederland en degenen die in dienst zijn van een Nederlandse werkgever. Deze wet voorziet in uitkeringen bij overlijden van een verzekerde aan de man of vrouw met wie de verzekerde was gehuwd of ongehuwd samenwoonde. De Algemene nabestaandenwet voorziet ook in een uitkering voor de ex-echtgeno(o)t(e) ten opzichte van wie de overleden verzekerde een alimentatieplicht had. Bovendien voorziet de wet in een uitkering voor kinderen die door het overlijden van een verzekerde ouderloos zijn geworden. Het recht op een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet is afhankelijk van leeftijd, gezinssamenstelling en mate van arbeids(on)geschiktheid van de nabestaande - dit geldt niet voor de uitkering voor wezen. Een eventueel eigen inkomen is van invloed op de hoogte van de uitkering. Voor de Algemene nabestaandenwet geldt het regresrecht.

Natura-uitvaartverzekering

Een in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gedefinieerd begrip: een verzekering in verband met de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon waarbij de verzekeraar zich verbindt tot het leveren van een prestatie die niet tevens inhoudt het doen van een geldelijke uitkering.

Naturaverzekering

Vorm van verzekering waarbij de verzekerde uitkering niet in geld geschiedt, maar in de vorm van het leveren van een bepaalde prestatie zoals vervanging van het beschadigde (glasverzekering, kostbaarhedenverzekering) of het verlenen van een dienst (natura-uitvaartverzekering, rechtsbijstandverzekering, zorgverzekering).

Nazorg

De dienstverlening door de verzekeringstussenpersoon (a) met betrekking tot verzekeringen die via zijn intermediair tot stand zijn gekomen en (b) overige verzekeringen die tot zijn portefeuille (zijn gaan) behoren.

NBVA

Nederlandse vereniging van onafhankelijke financiële en assurantieadviseurs.

NVA

Nederlandse vereniging van assurantieadviseurs en financiële dienstverleners.

NVGA

Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven.

NVM

Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen.

NVvA

Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen.

NZA

Nederlandse Zorgautoriteit.

Ondernemersrisico

Een in het kader van de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven gehanteerd begrip: het risico dat de zogenaamde primaire verbintenis - de overeengekomen prestatie of levering - alsnog of opnieuw moet worden verricht. De daarmee gepaard gaande kosten zijn niet gedekt onder een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven.

Onderverzekering

Van onderverzekering is sprake als het bedrag van de verzekerde som lager is dan de waarde die aan de schadeberekening ten grondslag ligt. Op grond van art. 7:958 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek moet de schadevergoeding in geval van totaal verlies of in geval van verzekering tegen vervangings-, herbouw- of nieuwwaarde bij partiële schade worden verminderd naar evenredigheid van wat dat bedrag lager is dan de waarde. Bij totaal verlies komt dat neer op een uitkering ter hoogte van de verzekerde som. Bij premier-risqueverzekering vindt het beginsel van onderverzekering geen toepassing, tenzij de verzekering een volle-waardebedrag vermeldt (bijvoorbeeld € 50.000 als premier risque van € 250.000); in dat geval is onderverzekering aanwezig indien het vermelde waardebedrag lager is dan de werkelijke waarde en wordt dat gedeelte van de schade vergoed dat overeenkomt met de verhouding waarin de vermelde waarde staat tot de werkelijke waarde.

Ongevallenverzekering

De ongevallenverzekering is een sommenverzekering, meer in het bijzonder een persoonsverzekering. Verzekerd is een aan de verzekeringnemer of de in de polis aangewezen begunstigde te verrichten uitkering, wanneer de verzekerde een ongeval (een plotseling op het lichaam van de verzekerde inwerkend van buiten komend geweld) overkomt, dat zijn blijvende (levenslange) algehele (of gedeeltelijke) invaliditeit of tijdelijke arbeidsongeschiktheid dan wel zijn overlijden ten gevolge heeft. Veelal worden letsels van verschillende aard, die niet onder de definitie van ongeval vallen of waarvan het twijfelachtig is of zij eronder vallen, met een ongeval gelijkgesteld. Voor het bepalen van gedeeltelijke invaliditeit gelden uitsluitend medische normen gelden, ongeacht het beroep van de verzekerde. Van de verzekering wordt normaliter het risico van molest, motorrijden en vliegen anders dan als passagier in lijnvliegtuigen of charters uitgesloten; soms kan de verzekering tegen betaling van een premieopslag op dit punt worden uitgebreid.

~ Zie ook: Gliedertaxe.

Overdrachts portefeuille

Een verzekeraar kan de rechten en verplichtingen uit de overeenkomsten van verzekering die tot zijn portefeuille behoren - of een bepaald deel daarvan - overdragen aan een andere verzekeraar. De procedure hiervoor is vastgelegd in deel drie van de Wet op het financieel toezicht, daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het overdragen van een schadeverzekeringsportefeuille, een natura-uitvaartverzekeringsportefeuille en een levensverzekeringsportefeuille. De overgang als gevolg van een juridische fusie of splitsing wordt gelijkgesteld met een overdracht.Van overdracht van een verzekeringsportefeuille is eveneens sprake als een bemiddelaar de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen - of een bepaald deel daarvan - verkoopt en levert aan een andere bemiddelaar. Aan het overdragen door een bemiddelaar van een of meer tot zijn portefeuille behorende verzekeringen van een bepaalde cliënt of de gehele verzekeringsportefeuille van die cliënt aan een andere bemiddelaar ligt doorgaans een verzoek tot intermediairwijziging ten grondslag.

Opvarendenverzekering

Verzekering voor opvarenden van charterschepen, die - naar keuze - kan bestaan uit een annuleringsdekking, een reisbagage-, onvoorziene uitgaven- en ongevallendekking, een stormdekking en een ijsgangdekking. Deze twee laatste dekkingselementen houden in dat een deel van de daghuursom wordt vergoed, indien ten gevolge van storm respectievelijk ijsgang niet kan worden gevaren.

Oververzekering

Verzekering tot een hoger bedrag dan overeenkomt met de waarde van het verzekerde of de grootte van het verzekerde belang. De verzekering is slechts geldig tot het beloop van de waarde of het belang.

Pleziervaartuigverzekering

Vorm van cascoverzekering, aangepast aan de behoeften van de watersportliefhebbers. Zij dekt, naast de schade aan het vaartuig zelf en aansprakelijkheid jegens derden wegens aanvaring en andere oorzaken, vaak ook tot bepaalde bedragen de inboedel aan boord van het vaartuig, de aansprakelijkheid wegens persoonlijk letsel en ongevallen aan personen aan boord van het vaartuig overkomen.

Polis

Een door de verzekeraar afgegeven schriftelijk stuk (akte) waarin de overeenkomst van verzekering is vastgelegd. Op grond van het bepaalde in art. 7:932 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moet de polis zo spoedig mogelijk worden afgegeven. De polis bestaat doorgaans uit een polisblad met bijlagen die de toepasselijke algemene voorwaarden, bijzondere voorwaarden en/of speciale clausules bevatten.

Portefeuille

Het begrip portefeuille heeft binnen de verzekeringsbranche verschillende betekenissen:1. alle verzekeringen die een consument, vrije beroepsbeoefenaar, instelling of onderneming heeft afgesloten;
2. alle verzekeringen die via het intermediair van een bepaalde bemiddelaar lopen;
3. alle overeenkomsten van verzekering, die een gevolmachtigd agent op naam en voor rekening van verzekeraars heeft gesloten;
4. alle overeenkomsten van verzekering, die een verzekeraar heeft gesloten.

~ Zie ook: Bemiddelaar, Intermediair, Overdracht portefeuille.

Portefeuillerecht

Een in art. 60 van de Wet financiële dienstverlening aan de bemiddelaar toegekend recht op grond waarvan een verzekeraar slecht met toestemming van de bemiddelaar of diens rechtverkrijgenden een deel of het geheel van diens portefeuille in eigen beheer kan nemen of overboeken naar de portefeuille van een andere bemiddelaar.

Premie

Tegenprestatie van de verzekeringnemer voor het door de verzekeraar te lopen risico. Als premie wordt niet alleen aangemerkt de door de verzekeraar in rekening te brengen vaste premie, maar ook de bij onderlinge waarborgmaatschappijen gebruikelijke variabele omslag of naheffing. De premie moet normaliter bij vooruitbetaling worden voldaan bij aanvang van de verzekering respectievelijk bij aanvang van iedere premietermijn. De premie voor een schadeverzekering is een zogenaamde brengschuld: zij moet, zodra zij verschuldigd is, door de verzekeringnemer ten kantore van de verzekeraar worden betaald. Bij levensverzekering is sprake van een haalschuld, hier bestaat ook geen wettelijke verplichting tot premiebetaling. De verzekeraar boekt de premie geheel in het jaar waarin zij verschuldigd wordt, ook al heeft zij betrekking op een periode welke over het boekjaar heenreikt. In verband hiermee onderscheidt men de geboekte premie en de verdiende premie. Onder geboekte premie verstaat men de in een bepaald boekjaar als te ontvangen geboekte premie, enerzijds verminderd met de premiereserve per ultimo boekjaar, anderzijds vermeerderd met de premiereserve per ultimo voorgaand boekjaar.De in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gegeven omschrijving luidt: de in geld uitgedrukte prestatie door de verzekeringnemer te leveren uit hoofde van een verzekering, daaronder niet begrepen de assurantiebelasting.

Premierestitutie (Premiestorno)

Terugbetaling van onverdiende premie door de verzekeraar aan de verzekeringnemer. Bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering bestaat een recht op premierestitutie zodra en zolang de verzekerde een uitkering ontvangt krachtens de zogenaamde B-rubriek (ná het eerste jaarsrisico). Deze restitutie wordt verleend naar evenredigheid van het uitkeringspercentage en met dien verstande dat de premieverrekening achteraf plaatsvindt op de hoofdpremievervaldatum.

Premievervaldatum

Datum waarop de premie (jaar-, kwartaal- of maandpremie) verschuldigd wordt.

Prolongatie

Verlenging van een verzekering, veelal door middel van stilzwijgende continuatie- of doorlopende clausule.

Provisie

Dit is een in artikel 1 onder y van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) gedefinieerd begrip: beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, voor het bemiddelen of adviseren ter zake van een financieel product. Deze beloning wordt courtage genoemd als de verzekeringstussenpersoon makelaar is. De provisie komt ten laste van de verzekeraar. Bij schadeverzekeringen onderscheidt men afsluitprovisie (de beloning voor het tot stand brengen van de verzekering en het incasseren van de eerste premietermijn) en de verlengings-, continuatie- of prolongatieprovisie. Bij levensverzekeringen vormen afsluitprovisies een belangrijke inkomstenbron voor verzekeringstussenpersonen. Overheidsingrijpen leidde ertoe dat voor complexe producten een wettelijke maximumverhouding tussen afsluitprovisie en doorlopende provisie van 50%- 50% is komen te gelden. Dit houdt in dat de afsluitprovisie nimmer meer zal kunnen bedragen dan de som van de doorlopende provisies.

Prudentieel toezicht

Het prudentieel toezicht is gericht op het waarborgen van een stabiel financieel stelsel door de naleving te bevorderen van de regels met betrekking tot de soliditeit van de afzonderlijke financiële ondernemingen. Dit toezicht wordt uitgeoefend door De Nederlandsche Bank (DNB). Voor verzekeraars zijn deze regels vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Op verzekeringstussenpersonen en gevolmachtigd is het prudentieel toezicht niet van toepassing.

Rechtsbijstandverzekering

Overeenkomst waarbij de verzekeraar zich tegen genot van premie, verbindt de verzekerde, indien zich een in de polis genoemde gebeurtenis heeft voorgedaan (bijvoorbeeld indien schade is geleden, een geschil is ontstaan of tegen de verzekerde een strafvervolging wordt ingesteld) juridische en eventueel andere deskundige bijstand te verlenen alsmede eventuele te zijnen laste komende proceskosten te vergoeden, hetzij bij het verhaal van door de verzekerde geleden materiële of personenschade (zogenaamde actieve rechtsbijstand), hetzij bij het voeren van verweer of advisering in een tegen de verzekerde aangespannen strafzaak of schadevergoedingsprocedure (zogenaamde passieve rechtsbijstand). De verzekerde kan slechts aanspraak op rechtsbijstand doen gelden indien de door hem in te stellen vordering of het door hem te voeren verweer redelijke kans van slagen heeft; de polis bepaalt wie hieromtrent een uitspraak moet doen indien verzekerde en verzekeraar op dit punt van mening verschillen. De polis geeft aan voor welke rechtsgebieden er dekking wordt verleend.

Reciprociteit

Wederkerigheid. In de verzekeringsbranche wordt dit begrip in het bijzonder bij de herverzekering gebruikt en wel als men de onderlinge uitwisseling van herverzekeringscontracten tussen verzekeraars en/of herverzekeraars bedoelt.

Reisverzekering

Een verzekeringsvorm die speciaal is toegesneden op hen die een vakantie- of zakenreis maken. De verzekering geschiedt op basis van bepaalde vaste combinaties. Zij bestaat doorgaans uit een combinatie van een reisbagage- en ongevallenverzekering, aangevuld met dekking van medische hulp bij acuut optredende ziekte, extra reiskosten en kosten van langer verblijf ten gevolge van ongeval of ziekte, kosten van vervoer van het stoffelijk overschot van de verzekerde bij overlijden door ongeval of ziekte en soms de kosten van overkomst in geval van plotselinge ernstige ziekte of overlijden van een naaste bloed- of aanverwant. Geld kan meestal als extra worden meeverzekerd, evenals wintersport en onderwatersport. De verzekering kan per reis worden afgesloten of in de vorm van een doorlopende verzekering.Ook een goederentransport- of cascoverzekering voor één specifiek aangeduide reis wordt reisverzekering genoemd. Deze verzekering vangt aan bij vertrek van en eindigt bij aankomst in de daarvoor in de polis genoemde plaatsen. In de praktijk wordt de verzekering van zaken veelal zo gesloten, dat de dekking van kracht is van pakhuis tot pakhuis (from warehouse to warehouse), dus met inbegrip van het aansluitend binnenlands vervoer, alsmede wanneer eventueel deviatie plaatsvindt. Het onderscheid tussen reis- en tijdverzekering is gebaseerd op de Marine Insurance Act, die aan dit onderscheid enkele juridische gevolgen verbindt.

Royement

Eigenlijk: doorhaling. De term wordt meestal gebruikt ter aanduiding van een door de verzekeraar in de verzekeringsvoorwaarden voorbehouden recht de verzekering, al dan niet na het voorvallen van een schade, tussentijds te beëindigen. Ingevolge art. 7:940 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek geldt een opzegtermijn van twee maanden, behalve indien de opzegging geschiedt wegen het opzet tot misleiding van de verzekeraar. Op grond van deze bepaling komt de verzekeringnemer een gelijke opzeg bevoegdheid toe. Ook voor hem geldt de opzegtermijn van twee maanden.

Salvage

Engelse benaming voor berging, redding, bergloon. Het gaat om een samenstel van gecoördineerde maatregelen gericht op het verlenen van hulp aan de verzekerde in geval van schade en het beperken van schade tijdens en direct na het evenement door snel, kundig ingrijpen. Vooral voor de brandsector hebben verzekeraars hiertoe een speciale organisatie opgericht. De kosten verbonden aan de salvagemaatregelen komen ten laste van de betrokken brandverzekeraars. Mocht er geen dekking blijken te zijn, dan worden de kosten omgeslagen over alle verzekeraars die zijn aangesloten bij de Stichting Salvage. Ook in geval van milieuaansprakelijkheidsschade kan hulp van deze organisatie worden ingeroepen zo men dat risico heeft verzekerd onder een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven.

Schade

In de verzekeringsterminologie omvat schade zowel de zogenaamde vermogensschade (d.i. de in geld meetbare aantasting van het vermogen, bestaande hetzij in verlies of beschadiging van materiële vermogensbestanddelen, hetzij in verlies of beperking van tot het vermogen behorende rechten, hetzij in derving van inkomsten of verwachte winst, hetzij in het ontstaan van verplichtingen, hetzij in het doen van noodzakelijk geworden uitgaven) als de zogenaamde persoonsschade of ideële schade (d.i. de in wezen niet in geld meetbare aantasting van de menselijke persoonlijkheid). In het kader van de verzekering is slechts die schade van belang, die het gevolg is van een onzekere gebeurtenis, waartegen de verzekering dekking geeft. De polis zal moeten aangeven wat onder schade dient te worden verstaan. Zo kan zogenaamde zuivere vermogensschade en softwareschade zijn uitgesloten.

Schade-Expertise

Onderzoek naar de aard, de oorzaak en de omvang van de schade. Geschiedt vanwege de verzekeraar en eventueel mede door een expert, benoemd door de verzekerde. In de verzekeringsvoorwaarden is soms bepaald dat, voor het geval een geschil mocht ontstaan, bij benoeming van een expert door de verzekerde aan de ene en door de verzekeraar aan de andere zijde, deze beide experts vooraleer hun werkzaamheden aan te vangen een derde expert benoemen. Komen beide experts tot een verschillende uitkomst, dan is de schadetaxatie door deze derde expert bindend.

~ Zie ook: Schadetaxatie.

Schadetaxatie

De expert zal de schade bepalen op basis van de waarde van een object. Dat kan bij een repareerbare schade neerkomen op de herstelkosten. Als een gebouw zo beschadigd is dat sprake is van een totaal verlies, zal de schade worden bepaald op herbouwkosten, eventueel rekening houdend met een voortaxatie, maar als wordt afgezien van herbouw (bijvoorbeeld omdat het gebouw leeg was en te koop stond) zal de expert ook uitgaan van de innerlijke waarde of verkoopwaarde. In het expertiserapport zal dan dienen te worden opgenomen dat, rekening houdend met het indemniteitsbeginsel en met de herinvesteringsclausule, de uitkering niet hoger kan zijn dan het schadebedrag op basis van die innerlijke of verkoopwaarde.

Schadeverzekering

Een in art. 7:944 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedefinieerd begrip: De verzekering strekkende tot vergoeding van vermogensschade die de verzekerde zou kunnen lijden. Een ongevallenverzekering en een sommenverzekering als bedoeld in art. 7:964 BW, niet zijnde een levensverzekering, worden als een schadeverzekering beschouwd. Een Natura-uitvaartverzekering wordt niet als een schadeverzekering beschouwd.Ook art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) bevat een omschrijving van het begrip schadeverzekering: (a) schadeverzekering als bedoeld in artikel 944 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, niet zijnde een natura-uitvaartverzekering; (b) ongevallenverzekering; of (c) sommenverzekering als bedoeld in artikel 964 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, niet zijnde een levensverzekering of een financieel instrument, met dien verstande dat voor de toepassing van deze wet een verzekering slechts als schadeverzekering wordt aangemerkt indien sprake is van een uitkeringsplicht ten gevolge van een onzeker voorval of een onzekere omstandigheid waardoor de verzekerde in zijn belangen wordt getroffen; staat waar het risico is gelegen:
a. de staat waar de zaken waarop een schadeverzekering betrekking heeft zich bevinden, indien de schadeverzekering betrekking heeft op een onroerende zaak, dan wel op een onroerende zaak en op de inhoud daarvan, voorzover deze door dezelfde schadeverzekering wordt gedekt;
b. de staat van registratie, van voertuigen of vaartuigen van om het even welke aard waarop een schadeverzekering betrekking heeft;
c. de staat waar een verzekeringnemer een verzekering heeft gesloten, indien het een schadeverzekering betreft met een looptijd van vier maanden of minder die betrekking heeft op tijdens een reis of vakantie gelopen risico’s, ongeacht de branche;
d. in alle andere gevallen van schadeverzekering, de staat waar de verzekeringnemer zijn gewone verblijfplaats heeft, of, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de staat waar zich elke duurzame, vaste inrichting van deze rechtspersoon bevindt waarop de verzekering betrekking heeft.

Schorsing van de dekking

Het niet nakomen van de verplichting tot betaling van de vervolgpremie kan leiden tot schorsing van de dekking. Art. 7:934 van het Burgerlijk Wetboek stelt daartoe als voorwaarde dat de verzekeraar de verzekeringnemer vruchteloos moet hebben aangemaand. Die aanmaning moet ná de vervaldag zijn geschied onder vermelding van de gevolgen van niet-betaling en in de aanmaning moet een termijn van 14 dagen zijn gegeven om alsnog te betalen.

Strafrechtelijk verleden

Op grond van art. 7:928 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek is de (kandidaat-)verzekeringnemer slechts verplicht feiten mee te delen omtrent zijn strafrechtelijk verleden of dat van derden voor zover (a) deze feiten zijn voorgevallen binnen de acht jaar die aan het sluiten van de overeenkomst van verzekering vooraf zijn gegaan en (b) de verzekeraar daarover uitdrukkelijk een vraag heeft gesteld (c) in niet voor misverstand vatbare termen.

~ Zie ook: Mededelingsplicht.

Taxatie

Term welke in de verzekeringsbranche in tweeërlei betekenis wordt gebruikt: (a) begroting vooraf van de waarde van het gevaarsobject of de omvang van het te verzekeren belang, die in geval van schade door beide partijen als grondslag voor de schadeberekening wordt aanvaard (voortaxatie) en (b) begroting van de omvang van de schade nádat zich een gevaar waartegen verzekerd is, heeft voorgedaan (schadetaxatie).

~ Schadetaxatie.

Terrorisme

Een op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag gedeponeerd molestbegrip: gewelddadige handelingen die worden begaan door een organisatie om indruk te maken op de bevolking en om een klimaat van onzekerheid te scheppen.In het door de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. gehanteerde clausuleblad wordt terrorisme als volgt omschreven: Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 64 lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend,
en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze
en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

Toezichthouder

Een bij Wet ingestelde instantie die tot taak heeft het houden van toezicht op de naleving van de betreffende wet. De toezichthouder kan beslissen over het verlenen van een vergunning of ontheffing, beleidsregels vaststellen en sancties opleggen.De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is krachtens de op 1 januari 2007 in werking getreden Wet op het financieel toezicht (Wft) belast met het gedragstoezicht op o.a. verzekeringstussenpersonen en verzekeraars. Het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen is ingevolge de Wft in handen van De Nederlandsche Bank (DNB). Het toezicht op grond van de op 1 januari 2007 in werking getreden Pensioenwet (PW) is eveneens aan deze twee toezichthouders toebedeeld. De PW maakt onderscheid tussen drie vormen van toezicht: prudentieel toezicht, materieel toezicht en gedragstoezicht. DNB is belast met het prudentieel toezicht en het materieel toezicht. Het gedragstoezicht wordt uitgeoefend door de AFM. Het toezicht op de uitvoering van de Zorgverzekeringswet wordt uitgeoefend door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Total loss

Transportverzekeringsconditie, waarmee bij verzekering naar Engels recht wordt aangeduid dat uitsluitend door een verzekerd gevaar veroorzaakt totaal verlies voor rekening van de verzekeraar komt; een partial loss komt dus niet voor vergoeding in aanmerking (sect. 56 MIA). Totaal verlies doet zich alleen voor, indien het verzekerde gevaarsobject in zijn geheel totaal verloren gaat. Totaal verlies van een gedeelte ervan geldt niet als totaal verlies in de zin van het Engelse zeeverzekeringsrecht, tenzij de verzekering daarvan als afzonderlijke verzekering moet worden beschouwd; dit is onder meer het geval als voor het betreffende gedeelte een apart bedrag is verzekerd of als de verzekering deelbaar is, d.w.z. onderling geheel verschillende zaken omvat - bijvoorbeeld één bedrag verzekerd op kisten textiel en kisten ijzerwerk.

Tussenpersoon

Een een art. 62 lid 1 van het Wetboek van Koophandel gedefinieerd begrip: degene die: (a) zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in een vaste dienstbetrekking staat, (b) beherend vennoot van een vennootschap of bestuurder van een rechtspersoon is die haar bedrijf maakt van het in onderdeel a genoemde handelingen, of (c) in arbeidsovereenkomst staande tot een persoon, vennootschap of rechtspersoon als bedoeld in dit artikel, namens zijn werkgever de in onderdeel a genoemde handelingen verricht.In civielrechtelijke zin is de kandidaat-verzekeringnemer de opdrachtgever van de tussenpersoon. De tussenpersoon is opdrachtnemer of, indien hij zich heeft verbonden voor zijn opdrachtgever rechtshandelingen te verrichten, lasthebber. Als zodanig geldt voor hem een zorgplicht: art. 7:401 van het Burgerlijk Wetboek gebiedt hem bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
In publiekrechtelijke zin is de tussenpersoon een bemiddelaar zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). De in de Wft opgenomen en in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (NRgfo) nader uitgewerkte, voor de bemiddelaar geldende zorgplichtbepalingen zijn derhalve op hem van toepassing.

Uitkering

Tegenover de verplichting van de verzekeringnemer om premie te betalen staat de verplichting van de verzekeraar om een uitkering te doen. In beginsel is dat een uitkering in geld, maar op grond van art. 7:926 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan het ook gaan om een prestatie anders dan in geld. Dat is het geval bij naturaverzekering. De uitkering bestaat dan bijvoorbeeld uit het verlenen van rechtsbijstand, het vervangen van een gebroken ruit of het verzorgen van een begrafenis of crematie.

Uitsluiting

De bepaling in een overeenkomst van schadeverzekering op grond waarvan geen dekking bestaat voor schade, die is ontstaan als gevolg van een in deze bepaling genoemde oorzaak of omstandigheid of als het een schade aan bepaalde (onderdelen van) een verzekerd object betreft. Bij een overeenkomst van persoonsverzekering houdt de uitsluiting in dat geen recht op uitkering bestaat indien er sprake is van een daarin genoemde omstandigheid, ziekte of gebrek.

Vaarbewijs

Ter bevordering van de veiligheid op het water zijn er vier soorten vaarbewijzen ingesteld. Een klein vaarbewijs is verplicht gesteld voor schippers die bedrijfsmatig varen met een boot kleiner dan twintig meter en voor pleziervaarders, met dien verstande dat geen vaarbewijs nodig is voor schepen kleiner dan vijftien meter en die niet sneller kunnen varen dan 20 km/u (tenzij het schip bedoeld is voor vervoer van meer dan twaalf personen). Voor andere schepen is een groot vaarbewijs nodig. De vaargrenzen kunnen beperkt of uitgebreid zijn. Minimumleeftijd voor het behalen van een vaarbewijs is achttien jaar.

Vandalisme

Het opzettelijk plegen van vernielingen zonder aanwijsbaar nut. Indien dit risico wordt (mee)verzekerd, worden meestal beperkingen aan deze omschrijving toegevoegd, bijvoorbeeld dat de dader het gebouw waarin hij vernielingen heeft gepleegd wederrechtelijk moet zijn binnengedrongen. Vandalisme aan de buitenkant van een gebouw is gewoonlijk niet gedekt, behoudens diefstal van bijvoorbeeld koperen naamborden.

Verbond van Verzekeraars

Belangenorganisatie voor in Nederland werkzame particuliere levens- en schade- en natura-uitvaartverzekeraars, opgericht ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen en ter bevordering en instandhouding van de goede naam van het verzekeringsbedrijf in Nederland. Als lid kan toetreden elke hier te lande werkzame binnen- en buitenlandse verzekeraar.Het Verbond heeft een algemeen bestuur en vier specifieke sectorbesturen: Arbeidsvoorwaarden, Levensverzekering, Schadeverzekering (onder andere omvattende aansprakelijkheids-, brand-, motorrijtuig-, rechtsbijstand-, technische - en transportverzekeringen) en Zorgverzekering (arbeidsongeschiktheids- en zorgverzekeringen). De besluitvorming over sectorspecifieke onderwerpen geschiedt door de sector, die daartoe wordt ondersteund door verschillende permanente - of ad hoc commissies. Besluitvorming over sectoroverstijgende of algemene onderwerpen is voorbehouden aan het Verbondsbestuur.

Vermogensschade

Iedere in geld meetbare aantasting van het vermogen. In de aansprakelijkheidsverzekering gebruikt men de term vermogensschade (soms zuivere vermogensschade) ook wel in beperktere zin: men bedoelt dan die in geld meetbare aantasting van het vermogen, die buiten samenhang met verlies of beschadiging van stoffelijke objecten (zaakschade) of lichamelijk letsel dan wel benadeling van de gezondheid van een mens (personenschade) plaatsvindt - bijvoorbeeld oneerlijke concurrentie, inbreuk op octrooi, merken of auteursrecht e.d. Uiteraard leidt dit gebruik licht tot begripsverwarring. Zuivere vermogensschade alleen is gewoonlijk niet gedekt onder een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren of een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven, maar wel onder beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen zoals de BAVAM-polis voor verzekeringstussenpersonen en vastgoedmakelaars.

Verpandingsclausule

Clausule in gebruik bij de brandverzekering tot regeling van de rechten van degene aan wie de verzekerde roerende zaken tot zekerheid van zijn vordering op de verzekerde verpand zijn. Houdt meestal in dat de verzekeraar op zich neemt eventuele door hem aan de verzekerde verschuldigde schadepenningen aan de schuldeiser te zullen uitbetalen.

Verzekeraar

Een in art. 1:1 van het ontwerp van de Wet op het financieel toezicht gedefinieerd begrip: een levensverzekeraar, een natura-uitvaartverzekeraar of een schadeverzekeraar. In meer algemene zin is een verzekeraar een financiële onderneming die haar bedrijf maakt van het zich tegen het genot van premie jegens verzekeringnemers verbinden tot het doen van een of meer uitkeringen. Bij het sluiten van de overeenkomst bestaat er noch voor de verzekeraar noch voor de verzekeringnemer zekerheid dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of hoe lang de overeengekomen premiebetaling zal duren. Op grond van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 moeten verzekeraars met zetel in Nederland de rechtsvorm van naamloze vennootschap of onderlinge waarborgmaatschappij te bezitten. Verzekeraars met zetel in het buitenland moeten hier te lande een vertegenwoordiger – doorgaans ‘wettelijk vertegenwoordiger’ genoemd – hebben.

Verzekerd belang

Het verzekerd belang wordt ook wel verzekerde interest genoemd. Het betreft het belang dat in concreto door een bepaalde verzekering wordt gedekt. Soms wordt dit met zoveel woorden in de polis omschreven, soms blijkt uit de gehele opzet van de polis welk belang de verzekering beoogt te dekken. Wenst men, in het laatste geval, een ander belang te verzekeren, dan zal dit uitdrukkelijk moeten worden aangegeven, bijvoorbeeld indien de polis duidelijk is opgezet tot dekking van eigenaarsbelang dient men, als het gaat om verzekering van bijvoorbeeld hypothecair belang of bruiklenersbelang, dit met zoveel woorden te vermelden. Indien het verzekerde belang niet in de polis is uitgedrukt, neemt de rechtspraak aan dat bedoeld is het belang te verzekeren, dat de verzekeringnemer als eigenaar had.Het verzekerd belang geldt als criterium voor: (a) de maximaal door de verzekeraar te verlenen schadevergoeding, (b) de vraag of de verzekerde som toereikend is om het belang ten volle te dekken, en (c) de vraag of een ander dan de met name genoemde verzekerde als opvolger in het verzekerd belang rechten aan de polis kan ontlenen.

Verzekerde

Bij schadeverzekering wordt ingevolge art. 7:945 onder verzekerde verstaan: degene die in geval van door hem geleden schade krachtens de verzekering recht heeft op vergoeding of door aanvaarding van de aanwijzing recht op vergoeding kan krijgen. Bij sommenverzekering wordt als verzekerde aangemerkt: degene op wiens leven of gezondheid de verzekering betrekking heeft (art. 7:965 BW).

Verzekerde som

Dit is een in art. 7:955 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek gedefinieerd begrip: het hoogste bedrag van de schadevergoeding tot uitkering waarvan de verzekeraar als gevolg van eenzelfde voorval kan worden verplicht. Op grond van art. 7:959 lid 1 BW komen de bereddingskosten en de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade eveneens ten laste van de verzekeraar, ook al zou met vergoeding van de schade plus deze kosten de verzekerde som worden overschreden.

Verzekering

Een in art. 7:925 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek gedefinieerd begrip: een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekeringnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de overeengekomen premiebetaling zal duren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering. Onder uitkering is begrepen een prestatie anders dan in geld zoals het leveren van een dienst of zaak. Volgens de definitie in art. 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is verzekering een levensverzekering, een natura-uitvaartverzekering of een schadeverzekering.

Verzekeringsbemiddeling

Verzamelnaam voor de werkzaamheden van een verzekeringstussenpersoon, die erop gericht zijn verzekeringsovereenkomsten tot stand te brengen tussen zijn klant enerzijds en een verzekeraar anderzijds alsmede alle verdere diensten die hij in verband met tot stand gekomen verzekeringen daarna moet verrichten.

Verzekeringsduur

De periode waarvoor de overeenkomst van verzekering is gesloten resp. waarmee deze is verlengd. Op grond van het bepaalde in art. 7:940 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek kunnen de verzekeringnemer en de verzekeraar ingeval een verzekeringsovereenkomst voor een langere periode dan vijf jaar is aangegaan of voor zo´n periode is verlengd, deze verzekering opzeggen tegen het einde van het vijfde jaar. Dit brengt met zich mee dat de verzekeringsduur beperkt is tot vijf jaar. Betreft het een persoonsverzekering dan geldt de opzegmogelijkheid tegen het einde van het vijfde jaar wel voor de verzekeringnemer, maar niet voor de verzekeraar. Is de verzekeringnemer een particulier dan gaat het om eenr egeling met een dwingendrechtelijk karakter: partijen mogen hiervan dus niet afwijken.

Verzekeringsmaatschappij

Onderneming die haar bedrijf maakt van het sluiten voor eigen rekening en risico van overeenkomsten van verzekering. Men onderscheidt hierbij ondernemingen die de verzekeringen sluiten tegen door haarzelf vastgestelde, vaste premies en ondernemingen die de definitieve bijdragen van verzekerden laten afhangen van het schadeverloop, al dan niet na het vragen van een voorschotheffing. De eerste categorie heeft de rechtsvorm van naamloze vennootschap en de tweede categorie opereert als onderlinge waarborgmaatschappij.

~ Zie ook: Verzekeraar.

Verzekeringsplicht

De wettelijk opgelegde verplichting tot het sluiten van een verzekering. Voorbeelden: Beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor de bemiddelaar in verzekeringen, Jagersverzekering, WAM-verzekering.

Verzekeringsrecht

In civielrechtelijke zin omvat het verzekeringsrecht het geheel van rechtsregels, die de onderlinge betrekkingen bepalen tussen enerzijds de verzekeraar en anderzijds de verzekeringnemer en/of de verzekerde. Sinds 1 januari 2006 zijn de op de overeenkomst van verzekering betrekking hebbende regels van dwingend recht en van regelend recht vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Naast deze wettelijke regels wordt wat rechtens is bepaald door (a) wat partijen zijn overeengekomen in de verzekeringsovereenkomst, (b) het gebruik en (c) de jurisprudentie.Ook de publiekrechtelijke regelgeving met betrekking tot het gedragstoezicht en het prudentieel toezicht op financiëledienstverleners met betrekking tot verzekeringen wordt wel tot het verzekeringsrecht gerekend. Door het van kracht worden van de Wet financiële dienstverlening en nadien van de Wet op het financieel toezicht bestaan er geen exclusief voor de verzekeringsbranche geldende toezichtwetgeving meer, maar heeft deze betrekking op velerlei financiële producten.

Volmacht

Een in art. 3:60 van het Burgerlijk Wetboek gedefinieerd begrip: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten. Het in ontvangst nemen van een verklaring wordt in dit verband opgevat als een rechtshandeling. Volmachtverlening is een eenzijdige rechtshandeling, zij kan uitdrukkelijk of stilzwijgend geschieden. In veel gevallen vormt volmacht een voorwaarde om bepaalde beroepsactiviteiten uit te oefenen. Zo moet een caissière bevoegd zijn om namens haar werkgever betalingen in ontvangst te nemen en moet een advocaat bevoegd zijn om zijn cliënt te vertegenwoordiger.Binnen de verzekeringsbranche is volmachtverlening geen onbekend fenomeen: een gevolmachtigd agent is krachtens de hem verleende volmacht bevoegd – dus niet verplicht – om op naam en voor rekening van de verzekeraar die hem volmacht verleende overeenkomsten van verzekering te sluiten.
Anders dan bij de ‘gewone’ volmachtverlening, waarvoor geen vormvereisten gelden, schrijft de Wet op het financieel toezicht voor dat het verlenen van volmacht aan een gevolmachtigd agent schriftelijk moet geschieden en dat daarvoor het voorgeschreven standaardformulier moet worden gebruikt.

Voorlopige dekking

Alvorens een verzekering definitief door de verzekeraar wordt geaccepteerd (bijvoorbeeld in afwachting van het resultaat van een inspectie of van een volledig ingevuld aanvraagformulier) wordt wel voorlopige dekking verleend voor een daarbij aangegeven beperkte periode. De verzekeraar kan dit zelf doen, maar veelal geschiedt dit door een daartoe gemachtigde verzekeringstussenpersoon. Laatstgenoemde dient daarbij bepaalde normen in acht te nemen die door de verzekeraar vooraf worden verstrekt. Bij overschrijding hiervan door de verzekeringstussenpersoon is de verzekeraar tegenover de verzekerde(n) gebonden, voor de nadelige gevolgen ervan kan hij de verzekeringstussenpersoon aanspreken.

Vrijwaring

Zo iemand een ander vrijwaart, zal hij diens verplichtingen dienen over te nemen (waarborging, garantie). In de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven worden de gevolgen van vrijwaringsclausules als supercontractuele aansprakelijkheid van de dekking uitgesloten. In een civiele procedure kan hij in vrijwaring worden opgeroepen opdat de eventuele gevolgen van een veroordeling als oorspronkelijke gedaagde afgewenteld kunnen worden op de in vrijwaring opgeroepen partij.

Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen

Deze wet legt de eigenaar van een motorrijtuig de verplichting op zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waartoe het motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven, door verzekering te dekken. Deze wet eist bovendien verzekering van de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door gevaarlijke stoffen aan boord van een motorrijtuig met een gewicht van 3500 kilogram of meer, en wel beginnend bij het inladen en eindigend na lossing; zulks in of buiten een verkeerssituatie. De verzekering moet niet alleen de aansprakelijkheid van de eigenaar dekken, maar ook die van iedere houder en iedere bestuurder (waaronder niet worden begrepen zij die zich wederrechtelijk van het motorrijtuig bedienen), alsmede van degenen die met het motorrijtuig worden vervoerd. De wet stelt de staat vrij van de verzekeringsplicht; zij kent voorts de mogelijkheid van het verlenen van vrijstelling aan hen die gemoedsbezwaren tegen verzekering hebben. De verzekering moet bij een door de Minister van Financiën toegelaten verzekeraar worden gesloten Als gevolg van de invoering van vijde WAM-richtlijn voor motorrijtuigenverzekeraars gaat in 2007 een minimum verzekerde som gelden van van € 1 miljoen per slachtoffer of € 5 miljoen per gebeurtenis.
De verplichte verzekering geeft de benadeelde een eigen recht tegen de verzekeraar; dit uit zich hierin dat de benadeelde de verzekeraar rechtstreeks tot vergoeding van de door hem geleden schade kan aanspreken en dat de verzekeraar geen uit de wettelijke bepalingen omtrent de verzekeringsovereenkomst of uit de onderhavige verzekeringsovereenkomst zelf voortvloeiende nietigheid, verweer of verval aan de benadeelde kan tegenwerpen. De verzekeraar kan zich evenwel een recht van verhaal op de aansprakelijke persoon en/of de verzekeringnemer voorbehouden. Voorts heeft de wet een fonds, Waarborgfonds Motorverkeer ingesteld, waaruit, wanneer burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de door een motorrijtuig veroorzaakte schade bestaat, vergoeding kan worden gegeven aan de benadeelde onder meer (a) wanneer niet kan worden vastgesteld wie de aansprakelijke persoon is, (b) wanneer de verplichting tot verzekering niet is nagekomen en de aansprakelijke persoon geen verhaal biedt, (c) in geval van onvermogen van de verzekeraar.

Wet op het financieel toezicht

De Wet op het financieel toezicht (Wft) vormt het sluitstuk van de in 2002 ingezette hervorming van het voor financiëledienstverleners geldende toezichtstelsel. Doel van de Wft is de wetgeving voor de financiële markten doelgericht, marktgericht en inzichtelijk te maken. In deze kaderwet en de daarbij behorende algemene maatregelen van bestuur zijn de voor de financiële markten en de daarop actieve spelers geldende regels en voorschriften bijeengebracht. Zij geven een helder inzicht in de samenhang en de verschillen tussen de normen die betrekking hebben op de financiële marktsector. De Wft kent drie vormen van toezicht: gedragstoezicht, prudentieel toezicht en systeemtoezicht. De uitvoering van het systeemtoezicht en het prudentieel toezicht is opgedragen aan de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is belast met het gedragstoezicht.

WFT

Wet op het financieel toezicht.

Winstcommissie

De beloning die een volmachtgevende schadeverzekeraar betaalt aan een gevolmachtigd agent voor het behalen van een positief technisch resultaat op de door hem gevormde portefeuille. Doorgaans wordt het resultaat bepaald op basis van een driejaarsgemiddelde. Anders dan provisie is winstcommissie geen ter zake van advisering en/of bemiddeling betaalde beloning; dit beloningselement valt derhalve niet onder de beloningstransparantieregels.

Zaakschade

In het kader van aansprakelijkheidsverzekeringen wordt onder zaakschade verstaan de aan stoffelijke zaken toegebrachte schade (materiële schade). Aan derden toegebrachte zaakschade, alsmede de hieruit voortspruitende schade, wordt veelal gedekt als er aansprakelijkheid in het spel is. Er kunnen evenwel uitsluitingen gelden zoals voor asbestschade, milieuverontreiniging en schade aan zaken onder opzicht. Voor computer- en softwarebedrijven geldt soms een uitsluiting voor het verloren gaan van via computers vastgelegde gegevens zonder dat er sprake is van een hardwarebeschadiging. In een rechterlijke uitspraak werd dit als een zelfstandige zaakbeschadiging beschouwd. Wil men hiervoor dekking hebben dan zal dit nadrukkelijk moeten worden meeverzekerd. In de rechtspraak is schade door minder-opbrengst van verkeerd gesorteerde slachtkuikens niet aangemerkt als zaakbeschadiging, evenmin als schade door vermenging van pootaardappelen. In een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven kan, al naar gelang de behoeften van een verzekeringnemer, incidenteel een ruimere omschrijving van het begrip zaakschade worden opgenomen.

Zelfregulering

Van zelfregulering is sprake, indien een regeling voor een bepaalde sector of beroepsgroep door deze zelf wordt opgesteld en wordt voorgeschreven voor degenen die tot de betreffende sector of beroepsgroep behoren. Bij zelfregulering staat veelal consumentenbescherming voorop. De via zelfregulering vastgestelde regelingen kunnen grofweg worden onderscheiden in twee varianten: (a) gedragscodes en (b) geschillen- respectievelijk klachtenregelingen. Wanneer - zoals bij zelfregulering - een regeling langs een andere weg totstandkomt dan via de daartoe aangewezen wetgevende organen of instanties en de nakoming ervan niet door middel van de gebruikelijke gerechtelijke procedure kan worden afgedwongen, wordt die regeling tot het domein van de zogenaamde soft law gerekend. Het meest in het oog springende voordeel van zelfregulering is, dat het bij de betrokkenen draagvlak heeft. Een ander pluspunt is dat zelfregulering veel flexibeler is dan overheidswetgeving: de procedure voor het aanpassen van een gedragscode is veel gemakkelijker en neemt aanzienlijk minder tijd dan die voor een wetswijziging. Daar staat tegenover dat overheidsregelgeving een groot voordeel heeft: de gegeven regels gelden voor iedereen en de nakoming ervan kan worden afgedwongen.

Ziektewet

Sinds de invoering van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever is de oorspronkelijke doelstelling van de Ziektewet gewijzigd. Het is nu een vangnet voor werknemers die geen werkgever (meer) hebben. Bijvoorbeeld uitzendkrachten, vrijwillig verzekerden, thuiswerkers, stagiaires, zieke werklozen en werknemers die tijdens periode dat de loondoorbetalingsverplichting geldt hun baan verliezen. Ziekengeld is bovendien mogelijk (a) in geval van ziekte voorafgaand aan of volgend op de zwangerschaps- en bevallingsuitkering, (b) faillissement van de loondoorbetalende werkgever, (c) ziekte in de eerste vijf jaar na het in dienst nemen van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer en ziekte door orgaandonatie.